De discussie over het afschaffen van de verjaringstermijn inzake moord en doodslag is eigenlijk onzuiver. Ons Wetboek van Strafrecht maakt namelijk onderscheid in levenslange en tijdelijk gevangenisstraffen. Voor moord geldt levenslang terwijl voor doodslag een maximale tijdelijk gevangenisstraf (TG) van 15 jaar geldt.
Ik ben van mening dat dit onderscheid ook in de verjaringstermijn tot uitdrukking moet komen. De verjaringstermijn op levenslange gevangenisstraffen moet worden afgeschaft en die van TG’s moet worden omgezet in een strafkortingsysteem.
Maar allereerst zou de maximale TG voor doodslag verdubbeld moeten worden tot 30 jaar. Dit is namelijk evenredig aan de toegenomen gemiddelde levensverwachting sinds de invoering van het Wetboek van Strafrecht in 1886.
Tenslotte zou de verjaringstermijn van een TG vervangen moeten worden door een strafkortingsysteem, waarbij de dader gedurende de eerste helft van de maximale TG, de maximale gevangenisstraf kan krijgen en na de tweede helft een strafkorting krijgt van 2% per jaar. Met deze strafkorting wordt tegemoet gekomen aan het idee van “uitwissende werking van de tijd”, waardoor de behoefte in de samenleving aan vergelding vermindert en de dader zijn leven heeft verbeterd.
Financieel Dagblad (9-8-2002)